Logo Pepijn@Landen
Erfgoedvereniging
lokale geschiedenis | heemkunde | cultuurtoerisme
Pepijn@Landen
Title of the document Bezoek ons documentatiecentrum
Ga naar de inhoud
Attenhoven



De naam 'Attenhoven' komt waarschijnlijk van 'Hof van Otto' (Ottencourt in het Frans). In de feodaliteit betekende 'hoven' een stuk bebouwd land. 'Otto' of 'Atto' zou de naam zijn van een Frankisch vrijheer.
De naam Attenhoven komt het eerst voor in 1352. Reeds in de tijd van de Romeinen was deze streek bewoond. In de Middeleeuwen behoorde Attenhoven deels tot het prinsbisdom Luik, deels tot het hertogdom Brabant. Hierdoor had het dorp als het ware de status van 'vrij dorp' of een soort 'niemandsland'. Vanaf 1116 had de adellijke familie van Jauche de voogdij over de kerkelijke goederen. De kerk was een der 'quinte capellen', afhangende van Sint-Gertrudis Landen. Bij het oprichten van de nieuwe bisdommen in 1559 werd Attenhoven toegewezen aan het aartsbisdom Mechelen. De prins-bisschop vorderde Attenhoven echter terug en alzo bleef de parochie toch bij het bisdom Luik.
Na het concordaat van 1801 werd de gemeente toegevoegd bij het kanton Landen. De gronden van het hertogdom Brabant lagen aan de kant van Rumsdorp en Neerlanden. Waarschijnlijk lag ook daar het landgoed van Jonker Jan, vazal van Brabant. Meer bepaald nog op de 'Kastel', een soort van waterburcht die herinnert aan de Romeinse periode. Op de plaats 'Heyde' werd in 1884 een Romeinse villa ontdekt. Het was een groot complex. Het gebruik van mozaïekstenen wijst er waarschijnlijk op dat het ging om een gebouw van 'voorname standing'.
Tot 1963 maakte Attenhoven deel uit van de provincie Luik. Daarna werd de gemeente een onderdeel van de provincie Brabant (sinds 1 januari 1995 Vlaams-Brabant.) In 1971 werd Neerlanden bij Attenhoven gevoegd. In 1977 fusioneerde Attenhoven bij Landen.
Speciaal nummer ATTENHOVEN - Ons Landens Erfdeel nr. 6 (1979)  
Terug naar de inhoud